Appelbes informatie |
© Kruisbessen Proeftuin
Arinia telen - rassenkeuze - snoeien | ||
Standplaats | Appelbes heeft geen uitgesproken voorkeur voor een bepaald bodemtype. Een standplaats in de halfschaduw is optimaal , maar ook volle zon vormt geen probleem. | |
Wanneer planten? | Bij voorkeur in de herfst (vanaf midden november), zodat de planten nog voor de erge kou nieuwe wortels kunnen vormen. Planten met blote wortel kunnen met succes geplant worden tot einde maart. | |
Hoe planten? | Een voldoende ruim plantgat voorzien. Eventueel wat verteerde compost of bodemverbeteraar toevoegen. De plantafstand is afhankelijk van het gekozen doel (losse struik, losse of strakke haag....). | |
Plantafstanden | Als struik: 1,5 tot 2,5 meter. Als losse haag: 1 -1,5 meter. Als strakke haag: 0,4 meter. |
|
Rassen kiezen | ||
Raskeuze | Er zijn trwee types, de zwarte en de rode. De zwartre worden meest geplant voor verwerking tot sappen of siroop en kunnen ook tot confituren (puur of gemengd) worden gebruikt. Deze zwarte rassen rijpen bij ons mleestal eind juli begin augustus. Het rode type rijpt mmestal eind augustus of begin september. Ze worden meer egbruikt voor confituren of gedroogd. Ze hebben een vaster constitutie. | |
Opkweek en snoei | ||
Opkweek en snoei: | Er zijn principieel slechts twee grote teeltmethodes gerelateerd aan een specifieke snoeimethode, met name de "Guyot methode" en "kassnoei" (ook gebruikt aan paal bijvoorbeeld). We gaan daar hieronder verder op in waarbij we zowel informatie geven voor zomer- en wintersnoei. Verder geven we enkele raadgeveingen om met succes druiven te telen tegen een muur/draad of op een pergola. Natuurlijk schenken we ook aandacht aan de potcultuur. Daarnaast bestaan nog vele andere mogelijkheden om druiven te telen, maar hiervoor verwijzen we graag naar gespecialiseerde literatuur. Natuurlijk willen we graag meedenken als je ons hierover contacteert. Wil je een en ander in levende lijve zien dan ben je steeds in onze toontuin welkom of kan je een snoeidemo in onze tuin bijwonen (zie hiervoor de activiteitenkalender) We gaan apart in op het 'dieven' van de okselscheuten. |
|
Guyot methode | ||
Guyot snoei (1): | Hierbij wordt elke winter de plant verjongd, waarbij een (enkele Guyot) of twee (dubbele Guyot) worden bewaard. Ze worden daartoe vroeg in de winter op de gewenste lengte terugegsnoeid. De takken die de voorgaande jaren hebben gedragen worden weggesnoeid | |
Guyot snoei (2) | Vanaf de derde winter diet men dus de oude takken weg te nemen, en de basis te leggen voor de nieuwe takken die de daaropvolgende zomer zullen uitgroeien uit de 2-3 gespaarde knoppen op een goed geplaatste centrale tak. De tak die in de winter op lengte werd gesnoeid wordt in de lente (voor de knoppen echt uitlopen) verder naar beneden gebogen en uitgebonden |
|
+ en - Guyotsnoei | +: Guyot vergt relatief weinig werk naar onderhoud toe. In de zomer wat opbinden en te lange takken inkorten. In de winter kan men met enkele snoeibewegingen een ganse plant snoeien. - : men gebruikt slechts een beperkt aantal takken en krijgt dus ook minder nieuwe scheuten die druiven kunnen vormen in vergelijking met paalteelt. Opbrengst in kg ligt gemiddeld beduidend lager dan bij paalteelt. |
|
Teelt aan palen: | ||
Paalteelt (1) | De eerste zomer laat je de plant gewoon uitgroeien. Zijscheutendie ontstaan knip je terug tot enkele bladeren. Wordt de plant te lang, dan top je ze terug als de paalhoogte is bereikt. In de winter kniup je ze terug tot enkele knoppen (tenzij je een plant in pot hebt gekocht, dan is dat al gebeurd en kan je de plant tot zowat 30-40 cm lengte snoeien. De korte zijtakken knip je treug tot één duidelijk zichtbare knop. |
|
Paalteelt (2) | De volgende zomer ga je de nieuwe verlengenis weer behandelen zoals het voorgaande jaar. De takken die uit de gespaarde knoppen groeien knip je in nadat het zevende blad zich heeft gevormd. Het is goed mogelijk dat er zich tevens al een tros ontwikkeld. Daar het bij ons om geënte druiven gaat mag je deze laten ontwikkelen. In de winter knip je de verlengenis weer terug tot 30 à 40 cm van de nieuwe groei. De zijtakken op deze nieuwe scheut knip je terug tot 1 zichtbare knop. Ook de sterker ontwikkelde zijtakken knip je terig tot 1 zichtbare knop (niet droie zoals op de tekening). |
|
+ en - paalteelt | +: door vele nieuwe takken die in alle richtingen kunnen groeien, heeft men beduidend meer trossen en dus ook opbrengst van één plant -: men moet veel meer takken terugsnoeien zowel in de zomer als in de winter. Vergt ook een rigureuze uitdunning van de gehouden takken tijdens de zomer om de beste trossen voldende te laten ontwikkelen |
|
Muurteelt: | ||
Muurteelt (1) | Er wordt best een steunsysteem ('dradenstelsel) voorzien. De eerste zomer laat men de jonge druivelaar uitgroeien, waarbij de zijscheuten op de stam onder de onderste draad op 3 bladeren worden geknipt. De eerste winter worden de ingekorte zijscheuten op de stam weggesnoeid. Vervolgens worden de twee best geplaatste zijtakken horizontaal aan de draad gebonden en teruggeknipt tot zowat 50 cm elk. De topscheur wordt net boven de volgende draad teruggesnoeid. |
|
Muurteelt (2) | De tweede zomer worden de scheuten die ontstaan op de zijscheuten vertikaal opgebonden en op zowat 7 bladeren ingeknipt. Men mah hieraan een tros laten zitten. De topscheut behandeld men zoals de jonge plant de eerste zomer. In de winter snoeit men de vertijale zijtakken op 1 of 2 zichtbare knoppen. De nieuwe groei behandelt men zoals beschreven voor de eerste winter. Men gaat zo verder tot de gewneste hoogte is bereikt. |
|
Pergola | Pergola(1) | Na het aanplanten, leidt men de centrale tak naar bovcen. Zijtakken worden op 2 à 3 bladeren gesnoeid tijdens de zomer. In de winter wordt gans de plant ingekort als de stengel onvoldoende dik is (potlood of meer). Als de dikte afdoende is worden de zijtakjes weggeknipt tot aan de pergola. Ter hoogte van de pergola wordt de druif op 3 knoppen boven de pergola afgesnoeid. |
Pergola (2) | Tijdens de zomer worden één enkele of twee-drie zijtakken over de leggers/draden geleid. De zijtakken worden op 3 à 5 bladeren geknipt. In de daaropviolgende winbter wordt de verlengenis eventueel teruggeknipt tot 80 cm à 1 meter. De zijtakken worden op 2 zichtbare knoppen gesnoeid. De volgende zomer zal de pergola dan al grotendeels met een dicht bladerdak zijn bedekt. Eventueel te lange scheuten worden ingeknipt. In de winter worden alle zijtakken tot op 2 knoppen teruggesnoeid.... | |
Potteelt | Teelt in potten is redelijk eenvoudig. Wel moet men er rekening mee houden dat men een redelijk grote (wintervaste) pot nodig heeft (50 liter of meer) en men tijdens het groeiseizoen voldoende water en voedingstoffen moet geven. Eerst brengen we een drainberebde laag aan in de pot (kleikorrels of potscherven). Hierop kan men eventueel een geotextiel leggen. Dan vult men de pot met een goede verzelrijke potgrond (of 3/5 standaard potgrond gemengd met 1/5 zand en 1/5 gecomposteerde houtschors). Voorzien een steun voor de plant. Op de Kruisbessen Proeftuin hebben we een druif van ruim 30 jaar in pot en deze doet het nog steeds voortreffelijk. Wel hebben we de hoogte beperkt tot zowat 1,20 meter aan een paal. Jaarlijks kunnen we zo toch tussen de 15 à 20 trossen van deze druivelaar oogsten. Tijdens de zomer (tot medio augustus) krijgt de plant wekelijks een beetje (bio) meststof mee met het gietwater en wordt hij ook gesnoeid wanneer nodig (zie paalcultuur). Om de drie jaar verpotten we de plant in de lente, waarbij we een aantal wortels inkorten, en het onderste deel van de potgrond vervangen en natuurlijk ook het grondniveau rond de wortelkluit terug aanvullen. |
|
Dieven | Met dieven bedoelen we het weghalen van de okselscheuten in de winter. Ook hier bestaan heel wat verschillende gebruiken. Wij op de Kruisbessen 'Proef(tuin passen het dieven als volgt toe: nadat de nieuwe zijscheuten op 7 bladeren is teruggeknipt, beginnen meestal de okselscheuten aan de voet van de bladstelen uit te lopen. Als je dit in een jong stadium van deze scheut doet, dan kan je deze zeer gemakkelijk met de hand uitbreken. Zo verwijderen we alle zijscheuten behalve deze van het laatste blad (aan de top van de zijscheut). Deze zetten we terug tot op één blad. Als deze op zijn beurt een okselscheut vormt dan knipen we ook deze in tot op één blad. Deze methode vergt iets meer werk, maar maakt dat de plant constant een aantal nieuwe bladeren vormt zodat er meer fotosynthese kan plaats vinden en dius ook meer suikers voor de druiven. Tevens is dit bij bepaalde rassen die vroeg een deel van hun blad afstoten, een ebscherming tegen zonnebrand (druiven barsten open doordat de felle late zomzerzon hun huid heeft geschroeid). |
; |